- opwinden
- {{opwinden}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [de veer spannen] wind up2 [tot een kluwen, rol maken] wind3 [in een geestdriftige stemming brengen] excite ⇒ wind/key/tense up4 [omhoogbrengen] wind up ⇒ reel in/up5 [geil maken] arouse ⇒ excite♦voorbeelden:3 zich opwinden • get excited, get worked/keyed up4 een anker opwinden • wind up/haul up/in an anchorII 〈wederkerend werkwoord; zich opwinden〉1 [kwaad worden] get enraged/incensed ⇒ fume♦voorbeelden:1 zich opwinden over iemand/iets • get enraged/ 〈informeel〉mad at someone/something
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.